De Bremer is een waterloop die nu ontspringt direct ten westen van Baarle-Nassau en vervolgens als Heerleseloop (voorheen Heerlesche Kaal) via Meerle (België) uitmondt in de Boven-Mark. De waterloop wordt nu grotendeels gevoed door het effluent van de rioolwaterinrichting Baarle-Nassau. Er zijn geen oude attestaties van deze waternaam aangetroffen. Op 18e-eeuwse kaarten bestaat het gebied nog uit heide, vennen en de akkers van het dorp Ulicoten.
De etymologie is waarschijnlijk afkomstig van de veldnaam Bree-meer(sch). Meer-toponiemen zijn algemeen voor tot weiland ontgonnen moerasachtige gebieden. ‘Bree’ waarschijnlijk in de betekenis van breed. Breemeer-toponiemen zijn in West-Vlaanderen talrijk o.a. nabij; Pittem, Aalter, Oostkamp, Nieuwkerke, Zomergem en Lovendechem. Als oudste attestatie Breede Mersch (1390), Breemeersch (1487) bij Wondelgem (omgeving Gent).
Verwijzingen naar de plantensoorten brem of braam zijn hier onwaarschijnlijk, omdat de groeiplaats niet overeenkomst met de zeer natte grondsoort die bij meer-toponiemen hoort. Een andere verklaring is; brem, breme, bremel in de betekenis van (uitstekende) rand, zoom (naar van Wijk, 1936). Ook deze verklaring is onwaarschijnlijk omdat de Bree-meer(sch) toponiemen altijd de moerassige gronden zelf aanduiden en niet de hoger gelegen oevers.
Geraadpleegde bronnen
- de Vos en L. Stockman: Meetjeslandse Toponiemen tot 1600 (2016). https://www.meetjeslandseplaatsnamen.be/pdf/wondelgem_OCR.pdf
- van Wijk: Franck’s Etymologisch woordenboek (1936).
- Schönfeld, M. Nederlandse waternamen. Amsterdam: N.V. Noord-Hollandsche Uitgeversmaatschappij, 1955.
- Bont de, A. P. Dialect van Kempenland. Assen, 1969.
- Paul Kempeneers, Karel Leenders, Vic Mennen, Bram Vannieuwenhuyze, 2016. De Vlaamse waternamen, verklarend en geïllustreerd woordenboek. Deel 1 en 2. Uitgeverij Peeters, Leuven.