Oudere vermeldingen zijn: Kerspe, Keerschop, Kierschop, Keerschop, Keersep en Keerzep. De Keersop ontstaat ten zuiden van Luyksgestel op de landsgrens met Belgie (Lommel) uit de samenvloeiing van Elsenloop, Fortjeswaterloop en Bosscherweijerloop en stroomt nabij Riethoven/Valkenswaard in de rivier Dommel. De oudste vermelding vermeld een weide aan de beek: ex prado supra kerspe (1370). In de 15e eeuw wordt de gemeint afgebakend al: op die beecke geheiten die Kerspe en lanx dieselve Kerspe totdat ze valt in die Dommele (1464). In de latere eeuwen heet de beek meestal Aa. Vanaf de 18e eeuw overwegend Keerschop en later Keersop. De waternaam komt ook voor als persoonsnaam, nederzettingsnaam en als naam van de watermolen.
De waternaam Keersop is één van de vele riviernamen in Brabant waarbij het tweede woorddeel sop is afgeleid van het Germaanse grondwoord epe. Schönfeld (1955) beschrijft het ontstaan van deze groep namen (Keersop, Rosep, Rips, Tongelreep, Gorp, Erp en Velp) vroeg in de Frankische periode. De meest gebruikte verklaring voor het eerste woorddeel ker/keer is lastiger. Het is mogelijk een verwijzing naar de waterplant ‘witte waterkers’ waaraan ook diverse beken in Engeland (Kerswell) en Duitsland (Kierspe, Kerspe) hun naam hebben ontleend. Deze verklaring is echter onzeker omdat de witte waterkers hier tot midden 19e eeuw niet zo talrijk was. Pas na aansluiting van de bovenlopen van de Keersop op het Kempische kanalenstelsel werd door de aanvoer van kalkrijk Maaswater de massale groei van deze kalk minnende plant mogelijk.
Machiels en Valgaerts (2000) gegeven aan de Belgische Kers- en Korsbeken een mythische verklaring. Zij gaan uit van een heidense verering van de Keltische godin Ker/Caer (Latijn Ceres) die symbool stond voor het leven in de ondergrondse wateraders en -bronnen. Na de kerstening van de heidenen in de vroegste middeleeuwen heeft Maria als christelijke heilige de rol van de godin Ker overgenomen. Op veel plaatsen bleef de verering van waterbronnen ook in het christendom nog lange tijd aanwezig. Beroemd is ook de Keersbron (Bron van Ker) bij Tongeren, van waaruit de Romeinen hun aquaduct hebben gebouwd waaruit de hele stad Tongeren van drinkwater kon worden voorzien. De naam van de rivier Jeker (oude naam eacara = het water van Ker) is hier van afgeleid, alsmede de plaatsen Geraardsbergen (mariaal bedevaartsoord met bronnen) en Cerfontaine (= bron van Ker). Hierbij is vooral interessant of hierbij een verband is met het nu nog bestaande putje (bron) bij de Valentinuskapel aan de Keersop bij Westerhoven. Mogelijk kan beter onderzoek ook voor de Nederlandse situatie het verband tussen de Keersop en de godin Ker bevestigen.
Rivierbeschrijvingen
(1) Keersop (gehucht op de grens van Riethoven en Dommelen)
Het gehucht Keersop (nu onderdeel van Valkenswaard) kent begin 15e eeuw al een watermolen op de Keersop. De watermolen zelf stond op het grondgebied van de vml. gemeente Riethoven (nu Bergeijk). Bekend is dat iets noordelijker bij ‘Gagelvelden’ een nog oudere watermolen op de Keersop heeft gestaan. In 1995 zijn bij graafwerkzaamheden in de Keersop oude paalrestanten van deze molen gevonden. Ook hoger op de beek hebben in de geschiedenis nog 4 andere watermolens gestaan: één in Westerhoven en drie in Bergeijk: nabij bij De Lijnt, Vlieterdijk en Broekstraat.
Watermolens op de Keersop
Keersopper watermolen
De oudste omschrijving van de molen is ‘die moelen te Kerspe met allen toebehoirten ende alle die visscherije vander moelen opwairt tot des boevenbempt toe’. De molen is dan eigendom van de Heer van Herlaar, die tot 1368 ook Heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst was. Mogelijk is de molen een nog ouder bezit van het kapittel van St. Servaas. In 1441 wordt molen vermeld als die Molenen te Kersp onder Rijthoven. De huur van de molen betrof toen 26,5 mud rogge en op 11 november een partij ael. In 1938 kocht het waterschap ‘Het stroomgebied van de Dommel’ de stuwrechten van de molen en maakte daarmee een einde aan het functioneren van de molen. Het rad werd gesloopt. Na het overlijden van de laatste mulder Verhoeven in 1957 raakte de molen steeds verder in verval. In 2002 brandde de laatste resten van de molen af.
Watermolen Westerhoven
Deze molen maalde op de Keersop ter hoogte van de kerk van Westerhoven. De vroegste vermelding van deze molen dateert van 1228, wanneer abt, prior en convent van St. Jacob te Luik de beschikking over een molenplaats in Westerhoven geven aan een zekere Arnold Stapart, die deze molenplaats opnieuw opbouwt. Later is de molen in bezit van het klooster van Postel. Na 1648 kwam de molen in handen van de Republiek die de molen in 1757 verkocht aan Arnoldus Heuvelmans. Tot de watermolen hoorden de hof, de molen met weiland en bouwland, het Klein Molenbeemdje, de Groote Molenbeemd, de Schoorbeemd en het Vloeike met de riettus. De gemeente wordt eigenaar in 1805. De molen is dan ernstig in verval. In 1811 verhuurt de gemeente de molen aan Peter Loos. In 1813 is herstelwerk aan de molen uitgevoerd. In 1817 wordt het naast korenmolen ook een boekweitmolen. Rombout Keunen werd in 1837 eigenaar. Eind 1892 werd het ook een oliemolen. In 1950 of 1951 volgde algehele sloop. In 1950 stopte ook het malen van graan. De molenaar verkocht zijn maalvergunning aan de Boerenbond en trad daar in dienst. De molen werd in 1951 gesloopt.
Watermolens in Bergeijk
In 1417 is in Bergeijk Eykelberch (14e eeuw) sprake van drie watermolens. Het is opvallend dat hier kort op elkaar, binnen anderhalve kilometer, langs de Keersop drie watermolens lagen. De watermolens leverden daardoor mogelijk niet voldoende vermogen, al zal de waterhuishouding destijds heel anders dan nu geweest zijn. In 1472 zijn er nog twee watermolens. Daarna moeten deze molens in onbruik zijn geraakt. In 1545, tijdens de op last van keizer Karel de Vijfde uitgevoerde visitatie van watermolens in oostelijk Noord-Brabant is er geen sprake meer van watermolens in Bergeijk.
De molen bij de Lijnt gelegen op de Keersop vlakbij het verdwenen kasteel van Bergeijk. De eerste vermelding is uit 1331 en betreft een verlening van het banrecht, maar de watermolen is ongetwijfeld ouder. Volgens die bron was het een koren- en oliemolen van het type onderslag watermolen. Na 1461 zijn er geen schriftelijke gegevens van de molen bekend. Bij graafwerkzaamheden voor het aanleggen van een persriolering in 1974 kwamen hier 50 zware funderingspalen en brokstukken van molenstenen te voorschijn.
De Broekermolen op de Keersop aan de beekovergang van de Pelterdijk (nu Burgemeester Aartslaan) bij der Broekermolen an die Vloete met een eynde, an de strate metten anderen eynde ende met eenre siden ende aan Jans Darys erve met andere siden (1372). Deze molen lag ca. 1 km. stroomopwaarts de molen bij de Lijnt en is slechts kort in gebruik geweest van eind 14de eeuw tot begin 15de eeuw. De molen heeft op of nabij het perceel de Sluisbeemd hebben gestaan. Bovenstrooms lagen percelen genaamd: Vlie, Vliebeemd, Vlieterdijk, Vloed en Vloet.
De molen aan de Broekdijk (Meulenhorst) is volgens vijftiende eeuwse bronnen de derde watermolen in Bergeijk. Panken (1900) maakt melding van het bestaan een waterradmolen voor het malen van koren nabij het buurtschap Broekstraat. Een perceel grond ter plaatse heet de Meulenhorst. De juiste plaats van de watermolen is niet zeker. Mogelijk maalde deze molen niet op de Keersop zelf, maar op het water van twee zijbeken; de Run (afkomstig uit Runderhoek) en de Zoeferloop.
Historische veldnamen met Keersop
- 1363 die moelen te Kerspe
- 1370 Ex prado supra kerspe
- 1340 Theodoricus van Keerps
- 1441 die Molenen te Kersp
- 1464 op die beecke geheiten die Kerspe
- 1629 aen de reviere genoempt kerspe
- 1629 aen de reviere genoempt kiersop
- 1773 Kierschop
- 1794 Keersopmolen
- 1797 Keerschop
Geraadpleegde bronnen
- L. Machiels en E. Valgaerts: Landschap en Volksgeloof in Keltisch perspectief (2000).
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Keersop_(beek)
- P. Kempeneers, K. Leenders, V. Mennen, B. Vannieuwenhuyze, 2016. De Vlaamse waternamen, verklarend en geïllustreerd woordenboek. Deel 1 (2016) en Deel 2 (2018).
- Schönfeld: Nederlandse waternamen (1955).
- Hendrik Verhees: Meierijkaart (1797). BHIC.
- P.N. Panken: Beschrijving van Bergeik (1900).
- A P. de Bont: Dialect van Kempenland (1969).
- Van Berkel & K. Samplonius: Nederlandse plaatsnamen verklaard (2018).
- dommel.nl
- bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-keersoppermolen
- Omgevingsdienst Zuidoost Brabant: Catalogus Cultuurhistorische Inventarisatie Erfgoedkaart Bergeijk (2012)
- molendatabase.org
- Cijnsboeken Bergeijk: geschiedenisbergeijk.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=49&Itemid=173