Ooi is een oud en in Brabant vrij zeldzaam toponiem dat ook voorkomt in de schrijfwijzen; Oy, Oye, Oey, Ooije, Ooij, Ooien, Ooien. Het is algemeen in het rivierengebied in betekenis ‘beemd, hooiland, overstroomd land aan een waterloop, riviereiland in meandergebied, weideland in een riviermeander, land omspoeld door water’.
Naar Van Berkel en Samplonius (2018) is ooi ontstaan uit germ. *agwjô letterlijk ‘bij het water behorend’. Middel-Nederlands ooy. Uit het Germaanse grondwoord zijn elders in Noord-Brabant ook andere algemeen voortkomende toponiemen; (h)ool, oel, aal, ‘vochtig laagliggend land’ ontstaan.
Aan de Mark treffen we als toponiem aan Ooyendonk, bij Liempde en Bakel eveneens een Ooyendonk, allen duidend op de hoogte nabij de ooi. Verder komt het voor is meestal zeer oude plaatsnamen.
- Besoijen (Waalwijk, NBr), Bizoyen (1312-1350)
- Oijen, Lithoijen (Oss, NBr) Oia (1077-1087 kopie 12e eeuw)
- Oijen (Kessel, L) Oijen (1477)
- Balgoij (Wijchen, G) Balgoie (1172)
- Poederoijen (Zaltbommel, G) Puderoygen (13e eeuw)
- Wadenoijen (Tiel, G) Wadenoy (893)
- Ammerzoden (Maasdriel, G) Ammelroien (1026-1044)
Van het toponiem ‘ooi’ is het begrip ‘ooibos’ ontstaan ter aanduiding van ‘een levensgemeenschap behorend bij een op natuurlijke wijze ontstaan bos langs de rivier.
Zie ook het artikel onder de naam Ooijgraaf.
Geraadpleegde bronnen
- https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-hertogswetering
- G. van Berkel & K. Samplonius: Nederlandse plaatsnamen verklaard (2018).
- C. H. Edelman en A. W. Edelman-Vlam: Veluwe en Betuwe, in het bijzonder als veldnaam in het rivierengebied.
- Buijks: https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-hertogswetering