- Amer: primitieve haven, overslagplaats, stapelplaats van goederen aan de oever van een rivier.
- Ark, Arcke: houten rekwerk waarin het molenrad van een waterradmolen hangt, sluis, rekwerk met palen waarin gevlochten fuiken hangen (visgeweer).
- Ezel: grondduiker, waar een weg een watergang kruist. Genoemd naar het draagdier.
- Grontgote: duiker, pijp onder de grond waardoor water wordt af- en aangevoerd.
- Houw, Heeuw: dam of dijk (met name in Oost-Nederland).
- Overtoom, Overdracht: een plaats waar vaartuigen worden overgedragen, over een dam van het ene water naar het andere worden getrokken omdat sluizen ontbreken.
- Riool: oorspronkelijk een sloot, kleine afwatering, later overkluizing, nog later in de huidige betekenis van vuil water.
- Schutstal: oude naam voor een stuw.
- Veeken: hekwerk dienende tot veekering, lattenwerk bij een visgeweer (aalfuik), kippenhok boven het varkenskot in de boerderij.
- Versch water: zoet water.
- Vis-tol: visafslag, veiling, waarbij over de handel een bijdrage aan de stad moet worden betaald.
- Vis-geweer: houten stellage bestaande uit palen, planken en zijrekken in de rivier waartussen uit wilgentenen gevlochten fuiken hangen om aal te vangen.
- Vorsen, Veursen: paaien van vissen.