Overzicht van middeleeuwse woorden

      Geen reacties op Overzicht van middeleeuwse woorden
  1. Amer: primitieve haven, overslagplaats, stapelplaats van goederen aan de oever van een rivier.
  2. Ark, Arcke: houten rekwerk waarin het molenrad van een waterradmolen hangt, sluis, rekwerk met palen waarin gevlochten fuiken hangen (visgeweer).
  3. Ezel: grondduiker, waar een weg een watergang kruist. Genoemd naar het draagdier.
  4. Grontgote: duiker, pijp onder de grond waardoor water wordt af- en aangevoerd.
  5. Houw, Heeuw: dam of dijk (met name in Oost-Nederland).
  6. Overtoom, Overdracht: een plaats waar vaartuigen worden overgedragen, over een dam van het ene water naar het andere worden getrokken omdat sluizen ontbreken.
  7. Riool: oorspronkelijk een sloot, kleine afwatering, later overkluizing, nog later in de huidige betekenis van vuil water.
  8. Schutstal: oude naam voor een stuw.
  9. Veeken: hekwerk dienende tot veekering, lattenwerk bij een visgeweer (aalfuik), kippenhok boven het varkenskot in de boerderij.
  10. Versch water: zoet water.
  11. Vis-tol: visafslag, veiling, waarbij over de handel een bijdrage aan de stad moet worden betaald.
  12. Vis-geweer: houten stellage bestaande uit palen, planken en zijrekken in de rivier waartussen uit wilgentenen gevlochten  fuiken hangen om aal te vangen.
  13. Vorsen, Veursen: paaien van vissen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *