Het woord rivier is in de huidige betekenis een relatief jong woord. Het is een algemene aanduiding van groot stromend water geworden. De oorspronkelijke betekenis ‘oeverland’ zijn we in de Nederlandse taal nu vergeten. In de Duitse taal is deze betekenis nog wel bewaard. Rivier is ontleend aan Oudfrans riviere ‘rivier’ (eind 11e eeuw.
Een jachtgebied voor watervogels.
De oude Middelnederlandse/Friese betekenis van het woord ‘rivier’ (met de wisselvormen revier/reviere) is eigenlijk ‘oeverstreek’. De basis van dit woord is zeer oud (Indo-Germaans). Tot in de 17e eeuw is rivier ook in het Nederlands vooral een aanduiding gebleven voor een terrein voor de (water)vogeljacht. In het Duits wordt ‘revier’ ook nu nog gebruikt voor jachtgebied, landstreek, beheergebied, wijk en is geen aanduiding voor water.
In de 4e eeuw was de rivierdelta van de Rijn bij de Franken bekend als het ‘Ripland’ (uitspraak Rifland). De betekenis is te herleiden naar het Latijnse woord riparia, dat oeverland betekend. De oorspronkelijke betekenis van rivier is nog het best te herkennen in het Italiaanse woord ‘riviera’ dat ook kuststreek of oeverland betekent. Zo ook ‘rif’ in de betekenis van rotsoever.
De omvorming van oevernaam naar riviernaam
Volgens de Duitse taalkundige Grimm verschoof de betekenis van het woord riparia in de Franse taal langzaam van oever naar die van het stromende water. Vanaf de 12e eeuw werd ‘rivière’ in Frankrijk het meest algemeen gebruikte woord voor groot stromend water. Het verspreidde zich naar de meeste andere Romaanse talen, het Engels (river) en het Nederlands (rivier). Het verdrong daarbij het veel oudere ‘fluvius’. In de Duitse taal is deze oudere benaming in de vorm ‘fluss’ wel als meest gangbaar bewaard gebleven, ook in het Frans (fleuve) en het Nederlands (vliet) bleef deze oudere betekenis op de achtergrond aanwezig.
Plaatsbeschrijvingen
(1) Roosendaalse Revier (1792)
Historische naam voor de huidige Roosendaalse Vliet, voorheen ook Beke of Leede “die riviere, die men heet die Beke (1331).