De waternaam run is in geheel Noord-Brabant tot in de 18e eeuw een zeer algemene soortnaam voor snel stromend water. Naast run historisch incidenteel ook ren. Naast Run zijn de volgende schrijfvormen aangetroffen; Renne, Running, Ruyninge, Rund, Rundt, Rundspade, Rundgraaf en Runloop. Opvallend is dat de vorm run niet wordt aangetroffen in Vlaanderen (Kempenaars e.a. 2016). Wel komen Renne en Rinne zeldzaam voor in Belgisch-Limburg; Grote en kleine Renne (Molenbeersel). Ouder baempt uytschietende op de rinne (1737). De renne Ruisseau (1845). Verder één attestatie Renne (ook Ren) in Melden (Oost-Vlaanderen).
Etymologisch gezien is run, ouder is runne afkomstig van het werkwoord rennen, in de betekenis ‘hard draven, vloeien’. Het grondwoord is het Middelnederlandse rinnen, in de betekenis van; vloeien, stromen, rennen, lopen, komen, stollen. Vergelijkbare vormen in het Middelnederlands: rinne, Hoogduits: rinne, renne, Gotisch: runs, Oudnoors: run, Engels: runnel, runlet, runnet, Oostfries: rene, reen, rien, Latijn: ruo.
Udolph (2017) geeft voor de waternaam runa/rune een verspreiding over heel Noordwest Europa aan; Zuid-Frankrijk, Noord-Italië tot ver in Polen en Rusland. Met een oude Indo-Germaanse basis *reu, in de betekenis van; opwoelen, uitschuren, ingraven. Met dezelfde basis noemt hij ook de waternamen; Rul, Roer, Rijn en Rijt. De oudst waargenomen attestatie is de plaatsnaam ‘Runwell’ runewelle (939) in Essex (Engeland). Het woord aldaar is afkomstig uit het Oudnoors.
Rivierbeschrijvingen
(1 ) Run (Gorp en Rovert)
Naar Van Gils (1992) een oude naam voor de huidige Rovertse Leij (Goirle). In een beschrijving van meester Broeders uit Hilvarenbeek wordt in die tijd Gorp omschreven als “een gehucht langs de rivier de Run, meestal de Leije genoemd, een water dat tevens de grensscheiding uitmaakt tusschen de gemeenten Goirle en Hilvarenbeek”. Het gebied dat ook het moerasgebied ‘de Vloed’ omvatte werd in l838 verkocht aan kroonprins Willem van Oranje, de latere koning Willem II.
(2 ) Run (Berlicum)
Bestaande waterloop op de rechteroever van de ‘rivier Aa bij Berlicum. Waarschijnlijk betreft het oorspronkelijk oude gegraven aftakking van de rivier de Aa ten behoeve van de watervoorziening (slotgracht) van kasteel Beekveld (ook Logteburg). Zie situatieschets Van der Heijden (1985). Dit is een reconstructie van de situatie omstreeks 1670. Op oudere kaarten (19e eeuw) zijn nog de restanten van een stuwkolk te zien.
(3) Run (Esch)
Historische naam voor de huidige Essche Stroom (Esch). Als straatnaam nog aanwezig als de huidige Runsdijk.
(4) Run (Veldhoven)
De Run ontspringt in de gemeenten Eersel en Bergeijk, aen de runne (1627) en komt bij Veldhoven in de Dommel uit. Oorspronkelijk mondde de Run uit in de Gender, al in de Middeleeuwen is de Run afgeleid van de Gender naar de Dommel, mogelijk om de groeiende stad Eindhoven te behoeden voor wateroverlast.
(5 ) Run (Biezenmortel)
Oude naam voor de huidige Zandleij. Als veldnaam nu nog voortlevend in de naam van het buurtschap Runsel (Runsvoort) nabij Biezenmortel; ‘Runtschotse brugh aan de Santkant over de Leijstroom genaamd de Hooge off Santleij’. Zie ook onder veldnamen in dit artikel.
(6) Rundgraaf (Veldhoven)
De Rundgraaf (ouder is Runtgraaf) is een nog deels bestaande waterloop die bij Veldhoven aan de westrand van Eindhoven in het Beatrixkanaal uitmondt. Oorspronkelijk stroomde de Rundgraaf nabij het oude centrum van Blaarthem (Kerk, kasteel, watermolen) uit in de Gender. De Rundgraaf vormde vanaf de Middeleeuwen de natuurlijke grens tussen Zeelst en Strijp. Zie ook (7). Het woorddeel ‘graaf’ geeft aan dat het natuurlijke beekje in de geschiedenis een vergraven loop heeft gekregen. In de 19e eeuw ook aangeduid als Zonderwijkse Aa of Dommel (Bijnen, 1993).
…. 8 bunder broekland met de huizing daarop staande, strekkende met een zijde naast de waterlaat geheten de Rundgrave (1462) daer Seelst en Strijp scheyt .. (Melssen, 1983).
Bijnen (1993) vermeld in de 13e eeuw een watermolen op de Rundgraaf die slechts kort heeft bestaan. Omstreeks 1290 werd door de Abdij van Postel een watermolen opgericht op de grens van de twee Postelse parochies Zonderwijk en Oerle. Waarschijnlijk ging het om de plek waar de gemeenten Oerle, Zeelst en Veldhoven-Meerveldhoven elkaar raakten. In een omschrijving van de Gemeint van Oerle (1326) begon en eindigde deze ’ter molen van Oirle’.
Het stroompje, dat deze molen van water voorzag ontsprong in de ’Klotkuil’ ten noorden van Zittard (in de volksmond de Zonderwijkse Aa of Dommel genoemd). De molen is begin 14e eeuw al weer verdwenen en vervangen door een windmolen.
(7) Rundgraaf (Veldhoven)
Er lag in Veldhoven nog een tweede Rundgraaf, die daar de gemeentegrens vormde tussen de gemeenten Zeelst en Gestel/Blaarthem. Deze Rundgraaf stroomde over een korte afstand parallel aan de Gender. Het betreft een al vroeg in de Middeleeuwen gegraven watergang voor de afwatering van gronden die werden beïnvloed door het hoge waterpeil van de Blaarthemse watermolen op de Gender.
(8) Running (Wouw)
Een bestaande waterloop nabij de voormalige hoeve Moerbeek (Wouw) in het stroomgebied van de Brandse Beek, ouder de Halve Runninge (1523).
(9) Running (Oud-Gastel)
Twee voormalige waterlopen de Oude en Nieuwe Running, byde kercke geheeten de runninghe (1490), de Ruyninge (1620) in het stroomgebied van de Steenbergse Vliet.
(10) Run (Deursen/ Ravenstein)
Bekend als veldnaam; Grote Run en de Kromme Run (Deursen – Ravenstein). Waarschijnlijk een historische naam voor de huidige Kolkse- of Kleine Wetering. Als waternaam overgegaan op het aanliggende land. Oorspronkelijk een natuurlijke waterloop die voor de bedijking van de Maas (omstreeks 1300) zijn water ontving vanuit uit de hogere gronden van het Land van Ravenstein (Graspeel bij Zeeland).
(11) Kleine Run (Best)
Naar Van der Aa (1832). Oude naam voor de Eikenreit (huidig riviertje de Ekkersrijt) dat ontspringt in de omgeving van Oerle en in Son uitkomt in de rivier Dommel.
(12) Run (Boekel)
Oude naam voor de huidige Zandhoekse loop (in 1643 onder de naam Run). Als hoevenaam Ter Runnen al voorkomend in 1383. Afwaterend op de rivier Aa.
(13) Runspaa (Bergeijk)
Runspaa, Runspa of Rundspade is een buurtschap bij Eijkereind (Bergeijk). Tevens kleine (voormalige) waterloop die vanuit Bergeijk nabij het vml. kasteel direct benedenstrooms de vml. watermolen uitmondde in de Keersop. De etymologie is onduidelijk ‘spade’ kan duiden op een gebiedsnaam ‘zich uitstrekkende’ of een aanduiding zijn voor een gegraven water. Er zijn geen andere waarnemingen van dit woord bekend.
(14) Rund (Bergeijk)
Buurtschap ten zuidwesten van Bergeijk. Genoemd naar aanliggende waterloop die nabij Loo uitmondt in de Keersop; een beempt den dijckbeempt groot ontrent 2 loopen gelegen aen de runne onder ’t Loo (1629-50).
Historische veldnamen met Run
- Onder de parochie Boxtel, jurisdictie Liempde ‘een vierdedeel van een beemd ‘op die Run’ (1484)
- Renne is een gehucht met oorspronkelijk 15 boerderijen te Leende nabij de samenvloeiing van de Buulder- en Strijper Aa: ‘aen die Renne’ (1434). Ook als familienaam: ‘Willem vander Rennen (1469) Ook; Renheide en Renbrug
- Naar Smulders (1949-50) op de grens van Helvoirt en Udenhout ligt de buurt ‘het Runsel, vroeger meestal genaamd Runsvoort (maar ook voorkomend als Runschot en Runsaert)
- Rund gehucht ten ZW van Bergeijk
- Rundijk, in Geffen (Oss)
- Runsel, een poel ten ZO van Budel
- Run, in Gemert
- Run, een gehucht tussen Boekel en Gemert
- Rundsberg, in Meerveldhoven
- Run, Aarle-Rixtel (1399)
- oertbeemt aen de loop de runne, Liempde (1381)
- visserij in de runne, Son en Breugel (1448)
- op ghenen runmortel, Stiphout (1420)
- hoeve te verser op dat runsel, Someren (1428)
- beemd die runtsvoert Someren (1381)
- int hooch runtsel, Veghel (1495)
Geraadpleegde bronnen
- J. Van Gils: Grootgrondbezit langs de grens. Geworteld in Taxandria. Historische aspecten van de relatie Tilburg-Turnhout, in Tilburgse Historische Reeks (1992).
- Elemans e.a.: Huisseling van verleden tot heden. Ravenstein: Werkgroep geschiedschrijving Huisseling (2012).
- J van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek van Noord-Braband (1832)
- B. van Loon, Water en waternamen in Noord-Brabants Zuidwesthoek, Instituut van Naamkunde. Leuven (1965)
- D. Smulders: Runsvoort of Runsel, in de Kleine Meierij, nr. 4 (1949-1950)
- v.d. Heijden: Zwerftocht door het verleden van Berlicum, deel 1 en 2, (1984)
- Paul Kempeneers, Karel Leenders, Vic Mennen, Bram Vannieuwenhuyze, 2016. De Vlaamse waternamen, verklarend en geïllustreerd woordenboek. Deel 1 en 2. Uitgeverij Peeters, Leuven.
- van Gorp, 1936. Riviernamen in de Kempen, bijlage 10. Mededeelingen, jaargang 12. Uitgegeven door de Vlaamse Toponymie Vereeniging te Leuven.
- B. van Loon, 1965. Water en waternamen in Noord-Brants Zuidwesthoek, Instituut van Naamkunde. Leuven
- Schönfeld, M. Nederlandse waternamen. Amsterdam: N.V. Noord-Hollandsche Uitgeversmaatschappij, 1955.
- Vercoullie: Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal (1925).
- de Vries: Nederlands Etymologisch Woordenboek (1971).
- Bont de, A. P. Dialect van Kempenland. Assen, 1969.
- Collins: The Roots of Runwell and the Running Well Mystery. (website geraadpleegd. http://www.andrewcollins.com/page/articles/Runwell.htm
- Udolph, 1996. Ruhr, Rhume, Rumia, Ruthe, Ryta und Verwandtes, in: Hydronimia Słowiańska, Bd. 2, Kraków, S. 93-115. (prof-udolph.com).
- Website BHIC: http://www.bhic.nl/integrated?mivast=235&miadt=235&mizig=210&miview=inv2&milang=nl&micols=1&mires=0&micode=5004&mizk_alle=run
- Hendrik Verhees (Meierijkaart 1797). BHIC.
- P.N.Panken: Beschrijving van Bergeik (1900).
- J.F.C.M. Bijnen: De standerdmolen van Oerle, archeologische verkenningen en historische bijzonderheden (1993).
- J. Melssen: Een verdwenen parochie of hoe Eindhoven een Keulse bisschop van haar grondgebied bande. In Brabants Heem 35 (1983).
- www.molendatabase.org/molendb.php
- M. v. Eerdt: de ontginning van Boekel. www.academia.edu