De Bossche Sloot was oorspronkelijk de benedenloop van het riviertje de Zandleij met een natuurlijk monding via een sluis naar de Dieze bij Engelen. Na aanleg van het Drongelens Kanaal ging de uitwatering van de Zandleij en de Broekleij rechtstreeks naar het kanaal. De Bossche sloot bleef op de Dieze uitmonden en (bij hoog water) ook rechtstreeks op het Drongelens Kanaal.
De Bossche Sloot vormde ook de benedenloop van de Loonse (Turf)vaart. Voor de aanleg van deze vaart werd in 1394 toestemming gegeven door Hertogin Johanna aan Paulus (Pauwels) van Haestrecht, de Heer van Venloon (huidige Loon op Zand) met als doel de turf te transporteren naar ‘s-Hertogenbosch.
In 1397 werd begonnen met de aanleg van de Loonse Turfvaart, die pas rond 1420 door Dirk zoon van Pauwels werd voltooid. De vaart liep van de turfgebieden De Hoge Moeren (De Moer) naar Kaatsheuvel en via Plantloon, door de Zeeg ten zuiden van Drunen en het Vlijmens Ven naar de Bossche Sloot en vandaar via Engelen naar ‘s-Hertogenbosch.
Het stroomgebied van de Bossche Sloot werd na aanleg van het kanaal in het voorjaar en de zomer met uitdroging bedreigd als gevolg van de nieuwe situatie. Voordien kampte het gebied juist met een teveel aan water, vooral in de winter. Om aan de nieuwe toestand het hoofd te bieden, werd in 1908 het waterschap De Bossche Sloot opgericht. Naast de afwatering moest nu ook de bevloeiing van het gebied geregeld worden. Waar de Bossche Sloot uitmondde in de Dieze, bouwde het Rijk een inlaatsluis. Op het Drongelens Kanaal onder Cromvoirt kwam een uitwateringssluis. Thans doet het schuifcomplex dienst als inlaat vanuit het Drongelens Kanaal in de Bossche Sloot.
Geraadpleegde bronnen:
- https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-bossche-sloot
- http://www.alexdenouden.nl/technischerfgoed/bossche.htm
- https://www.vughtsmuseum.nl/wp/wp-content/uploads/2017/03/4.-Vught-en-het-water.pdf
- Rijkswaterstaat, Beschrijving van de provincie Noord-Brabant behorende bij de Waterstaatskaart (1946).