Zoe, zoei, zoef, ook als soe, zijn vrij algemene waternamen in de betekenis van een gegraven geul, greppel, riool, bedoeld voor afwatering. In moderne overlevering vooral dienend voor de verzameling van vuil water of vloeibare dierlijke mest. Naast zoei komen in Vlaanderen de vormen zouw, zode, zoo(i), zeu, zoeg en zeug voor. De vorm (water)zoe is in de omgeving Kampenhout en Heers zeer talrijk. In Noord-Brabant is waterzoe zeldzaam. Ook als; zoe, soe, zoei, zooi(en), soije, zoije en zoef. In Twente als soeze (bron van een beek). De etymologie is oud (Indo-Europees) en houdt mogelijk verband met het werkwoord (in)snijden.
Rivierbeschrijvingen
(1) Zoeferloop (Luyksgestel)
De Zoef of Zoeferloop is een kleine waterloop in het stroomgebied van de Keersop. De loop ontspringt op het hoogste punt van Noord-Brabant, in het gebied Waterkuilen-De Rijt ten noordwesten van Luyksgestel (44 meter + NAP).
(2) Waterzoe (Baarle)
Een leen bestaande uit 1 lopende land in de Katerstraat neven de Waterzoe inde Heysacker te Baarle (16e eeuw).
(3) Waterzoe (Tilburg)
In Stokhasselt (Tilburg) als waterloop. Smulders vermeldt “die Hoghe Zoe” , welke wel met de “Zooien” in de Teetenbroeck en bij de Stokhasselt in verbinding zal gestaan hebben. Het woord Zoe of Zoije komt men elders ook tegen als aanduiding van een afvoersloot langs een weg. Zo moest men een “soye” openhouden langs de Steenweg in Oosterwijk. In het tweede deel van de “Keur van Oosterwijk”, een verzameling verordeningen, die in 1509 opnieuw werden vastgesteld door schepenen en gezworenen van Oosterwijk. Ook als waterloop die Zoe of Waterzoe in de Heertgang van der Hasselt (omstreeks 1450).
(4) Soeloop (Deurne)
Een uit de Peel komende afvoerbeek in het stroomgebied van de Astense Aa. Een eerste vermelding als moerasgebied (Liessel) in 1544, ‘een heytvelt, gel. int Arenbroeck aende Zoee. In 1662 wordt vermeld ‘de gemeene naegeburen in vrede toegelecht den Pedel van Liessel op Soeij om aldaer niet te mogen torfen off clot steken voor, in ofte nae het sayen van de boeckweijt than alleen als den selven voorschreven Peel inde kercken van Doerne wort ontslagen” De vroegste vermelding van de schrijfwijze Zoeloop is van 1787 .
Soeloop Deurne. Bron: http://www.saspeelland.nl/biografie/files/fig-25.gif
(5) Zoeiloop (Eindhoven)
De Zoeiloop (of Zooiloop) te Woensel (Eindhoven) liep van de Frankrijkstraat (tot 1920 Groenstraat) te Woensel, via het kerkhof van de Oude Toren (tot 1800 de Petruskerk) naar de Dommel. De plek van kerk en kerkhof was de kern van de oude Frankische nederzetting. Op luchtfoto’s uit de 1e wereldoorlog is een donkere rechthoek te zien achter de Frankrijkstraat, een slotgracht voor een kasteelachtig voornaam huis, Franckrijcke genaamd. Dit slotje wordt in de accijnsboeken van 1590/91 genoemd. De gracht werd op gegeven moment door een leerlooier gebruikt en door de Zoeiloop gevoed. (met dank voor de aanvulling door Hans Bell).
(6) Zoeven (Luyksgestel – Lommel)
Het watersysteem van de vloeiweiden of weteringen (B) werkte met aanvoersloten, de Grote – en de Kleine Fosse (fosse = gracht) die het voedselrijke water uit het in 1843 gegraven Maas-Schelde kanaal aanvoerden. Het water werd vervolgens via bovensloten in het gebied geleid en via ondersloten weer afgevoerd naar het natuurlijke bekenstelsel van de Keunensloop en de Beekloop op Nederlands grondgebied. De honderden kleine greppels in de vloeiweide noemt men zoeven.
Historische veldnamen
In Leenderstrijp de Zoei, in Heeze de Zoeigraafakker, in Leende moerasgrond de Zoeiden, de Zoe terrein in Veldhoven/Oerle, de Zoeve akkergrond in Luyksgestel, In Gemert-Zijlberg een heytvelt, gelegen int Arenbroeck aende Zoee, in Gemert-Zijlberg de nieuwe zoey (1544), in Liessel Zoeimeer. In Wanroij Zoetelaar ontgonnen peelmoeras.
Geraadpleegde bronnen
- A.P. De Bont (1969)
- M. Schonfeld (1955)
- J. B van Loon (1965)
- Tom Spamer, Deurnese toponiemen (2010)
- Moerman, Nederlandse plaatsnamen (1956)
- F. Smulders (1952), Artikelen in de Nieuwe Tilburgse Courant (Leenboek der abdij van Thorn)
- P. Kempeneers, K. Leenders, V. Mennen, B. Vannieuwenhuyze, Vlaamse waternamen (2016)
- P. Kempeneers, Hydronymie van het Dijle. Naamkunde. Jaargang 15 (1983)
De “Soef” in Balen, België.
Soe (zoe) is een variant van Limburgs zouw en komt in vele vormen met -oe-in de Belgische Antwerpse Kempen voor.: zoef, zoei, zoeg. Ook de zoeven in de Lommelse wateringen behoren hierbij. De oorspronkelijke betekenis van Middelnederlandse soe was ‘straatgoot, greppel, smalle gracht’. De betekenis ging over op een ietwat bredere gracht voor de afvoer van water. (In de Wateringen te Lommel voor de aanvoer!). De waternaam ging daarna over op het aanliggende terrein (cf. rijt) en werd uiteindelijk ook een straatnaam zoals in Balen.
De Zoeiloop te Eindhoven liep van de Frankrijkstraat (tot 1920 Groenstraat) te Woensel, via het kerkhof van de Oude Toren (tot 1800 de Petruskerk) naar de Dommel. De plek van kerk en kerkhof was de kern van de Frankische nederzetting. Op luchtfoto’s uit de IIe wereldoorlog is een donkere rechthoek te zien achter de Frankrijkstraat, een slotgracht voor een kasteelachtig voornaam huis, Franckrijcke genaamd. Dit slotje wordt in de accijnsboeken van 1590/91 genoemd. De gracht werd op gegeven moment door een leerlooier gebruikt De gracht werd dus gevoed door de Zoeiloop.
Dag Hans
bedankt voor je reactie, mag ik de info met je naam erbij verwerken ?
Groet Hein
als je ook een foto hebt of kaart, dan houd ik me daarvoor aanbevolen.
Natuurlijk mag je het publiceren. Ik ben erg laat, maar dat komt omdat ik half februari 2020 mijn linkerarm verbrijzeld/gebroken heb. Daarna had ik andere zaken aan mijn hoofd zoals revalidatie. Ik zou graag een afbeelding van de Zoeiloop willen sturen maar zie geen link die ik kan gebruiken. Dus als jullie mij een een e-mail adres kunnen sturen dan stuur ik de afbeelding op. Even nog een leuk weetje. De Franken die Woensel (Wodanszaal) gesticht hebben, hebben zich langs de Zoeiloop gevestigd. Archeologisch onderzoek heeft dit aangetoond.